dinsdag 21 juni 2011

"Tod wo ist dein Stachel"



Maarten Houtman was Zen-Meester en nestor van de Nederlandse zenleraren. In 1956 ontmoette hij de Duitse zenleraar Karlfried Dürckheim. Maarten Houtman gold als de bezielende leider van de Nederlandse zenleraren. Hij is overleden op 92-jarige leeftijd.

"Tod wo ist dein Stachel"
(Mattheuspassion van Bach)

Op 5 januari 2011 gleed mijn vader op een hele lange uitademing in de wereld waar hij 92 jaar geleden vandaan gekomen was. Hij gleed terug in het oude verhaal, zoals hij dat noemde. De onnoemelijke wereld, waarin en waaruit alles ontstaat en vergaat en weer opnieuw ontstaat.

Zijn vrouw, die met haar hand in de zijne zat, ademde met hem mee. De oefening van een halve eeuw ademmeditatie had zijn adem zo diep en langzaam gemaakt, dat niemand, ook zij niet, zijn langzame diepe adem kon volgen.
Ze wachtte tot de volgende diepe adem zou komen.
Opeens werd het duidelijk dat de volgende ademtocht niet meer zou komen. Stilte, verbazing, samenzijn in een tijdloze overgang. Ikzelf zat op dat moment het fascinerende spel van de golven op Gomera in me op te drinken, een eiland bij Spanje. Mijn gedachten zo vaak bij hem.

Ik wist dat het ieder moment of ook ergens in de toekomst kon gebeuren. Alles was gezegd tussen ons. Oude wonden geheeld.

Hij had me gezegend met die ene zin: "Jij gaat naar Gomera he? Geniet!" En zijn donkere priemscherpe olijke ogen keken mij schalks aan.

Later maakten een paar tranen in onze beider ogen bij het afscheid duidelijk, dat het wel eens het laatste afscheid zou kunnen zijn. Een grote golf van liefde, ontroering en dankbaarheid overspoelde ons.

Die avond in Gomera, op straat in de telefooncabine: "Nel, je vader is vanmiddag overgegaan". Stilte en dan dat grote gevoel, die golf, die geen naam draagt of misschien wel alle namen. Dan het vertellen, het vragen, het proberen in kaart te brengen van dat wat niet te vatten is. Op de terugweg naar onze casa valt een witte bloesem voor mijn voeten. Ik neem hem mee in mijn gevouwen handen, denkend aan het ritueel in Plum Village met de rode en de witte roos. Nu heb ik geen rode roos meer. Nu zijn het twee witte rozen geworden.

Terug in de casa ziet Nishi, mijn vrouw, de witte bloesem en weet wat er gebeurd is. Zwijgend neemt ze me in haar armen en ik mag huilen. Huilen om iets zo groots, zo onbeschrijfelijk schrijnend en mooi tegelijk. Weer die golf die alle namen draagt.

Twee dagen later zie ik hem. Zo aanwezig nog. En ik verwacht bijna een oogopslag, een verraste blik, een grapje. Hij is er en hij is er niet. Heel langzaam, tijdens de week dat ik hem dagelijks zie, glijdt hij verder en verder weg. Mijn broer beleeft het anders, voelt hem al ver weg. Hoe verschillend onze ogen zien. Kunnen we alleen dat zien, wat onze innerlijke beelden weerkaatst? Waar is onze vader nu???

In de laatste maanden masseerde ik vaak zijn voeten. Hij genoot ervan en maakte me soms een compliment. Ik gaf hem het compliment terug: "Het zijn jouw handen, Pap, zo aanraken, dat heb ik van jou geleerd." Verbaasde blik… De zachte handen van mijn vader hadden een diepe indruk in mijn huid achtergelaten. Met deze handen, waarmee ik als lichaamstherapeut veel mensen aan hun ware thuis kon herinneren en waarmee ik mijn brood verdiende, gaf ik mijn vader iets terug, wat ook hij uit de geborgen hand van zijn vader ontvangen had.

Waar is mijn vader nu? In mijn handen nog steeds, in mijn stem, in mijn langzaamheid, in mijn poëtische toegang tot het onnoemelijke. Ik kijk naar mijn broer en zie mijn vaders gezicht en ogen en nog meer zijn grootvaders gezicht in hem. Ik zie mijn vader in zijn teruggetrokken levenswijze, in zijn zachtmoedige aard.
Ik kijk naar mijn vaders vrouw, die in haar subtiele, gracieuze, weidse kunst dezelfde wereld aanraakt als de wereld die in de boeken van mijn vader huist.
Ik kijk naar zijn leerlingen bij de begrafenis en vind mijn vader in hun verhalen, hun levenswijsheid en toewijding.
Waar is mijn vader niet? - Misschien is deze vraag juister. Het was niet altijd zo. Als kind heb ik hem zo diep ontbeerd. Zo afwezig als hij was, opgeslokt in zijn werk en meditatie. Ik kreeg niet wat ik verwachtte, waar mijn kinderhart naar verlangde. In plaats daarvan kreeg ik veel meer, toen ik het eindelijk kon waarnemen. Ik kreeg de wereld van de stilte, van ongebroken aandacht voor het onnoemelijke, het oude verhaal, zoals hij het noemde. Het grote oude verhaal, waarin wij allemaal opgenomen zijn en dat steeds opnieuw verteld wordt. En verteld wil worden.

Dood, waar is je stekel?

Nel Houtman
True Marvellous Shining
Sangha des Herzens, Zürich, Zwitserland.

Uit: 'De klankschaal', jrg.17, nr.36, 2011, het zomernummer. Stichting 'Leven in aandacht'.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten