dinsdag 6 oktober 2015

Tempo

Inleiding bij de Tao-Zen-zaterdaggroep, 3 oktober 2015

Na een lange werkdag, snelle hap in de toko en avondje huiskamerzen, loop ik naar huis, een wandeling van ongeveer veertig minuten en een aangewezen gelegenheid om mijn aandacht bij het lopen te houden. Maar ik wil heel graag iets eerder thuis zijn en merk dat ik het tempo opschroef.
Op dat moment realiseer ik mij weer hoe ik mijn natuurlijke tempo niet weet. Is dat eigenlijk ooit wel het geval geweest, vraag ik me af? Als baby en kruipende dreumes heeft mijn lichaam het waarschijnlijk wel geweten maar, zoals bekend, leert een mens, een lichaam, zich razendsnel aanpassen aan het tempo van ouders, dagelijks ritme, normen van de samenleving waarin je leeft, met andere woorden: aan de verwachtingen van anderen en later ook aan de, al dan niet onrealistische, verwachtingen van jezelf.

Zo zit ik bijvoorbeeld bijna nooit in een auto, laat staan op de snelweg, maar die paar keer per jaar dat het wel gebeurt, is er altijd een moment waarop ik bewust word van de spanning die zo'n ritje in mij teweegbrengt. Zo’n autorit is overduidelijk niet de voorkeur van voortbewegen van mijn lichaam en ziel. Ook al zit ik in schijnbaar relatieve rust en veiligheid in mijn persoonlijke of gedeelde bubbel, met zakje drop en muziek van eigen keuze, de snelweg voelt als georganiseerd geweld: lawaai, agressie, intolerantie, overlevingsdrift; het is elke keer weer een opluchting om er vanaf te zijn. Het herstel kost tijd.

En zo, decennialang, terwijl ik mij voortdurend van hot naar her verplaats, merk ik in ieder geval vaak genoeg wat mijn natuurlijke tempo NIET is. Of ik mij nou ’s ochtends aan het klaarmaken ben, aan het werk, onderweg, aan het reizen, aan het wachten, en ga zo maar door.
Ik ben zo goed als gestopt met fietsen. Minder dan vijf minuten op de fiets in de stad en ik word geïrriteerd en zit te schelden. En dus loop ik - vaak zonder doel - bij voorkeur door de stad. Een doorlopend onderzoek naar wat nou wel mijn persoonlijk tempo zou kunnen zijn. Helaas is er bijna altijd een tijdlimiet, die mij als hete adem in m'n nek opjaagt. Zelfs als ik doelloos een stadswijk aan het verkennen ben, weet ik dat ik een paar uur later ergens moet zijn of om zeven uur een maaltijd klaar moet hebben en daarvóór de boodschappen in huis gehaald. Altijd is er de neiging om mezelf, letterlijk en figuurlijk, voorbij te lopen. Tijd te winnen. Het leven vóór te zijn, of zoiets. Op het tempo van iets anders dan mezelf. Te snel.

Het blijft echter interessant om op te merken wanneer die elementen wel samenvallen, want gelukkig maak ik dat ook regelmatig mee: aandacht, tempo, tevredenheid, een rustig, fit gevoel. Het is elke keer weer een klein wondertje om te beseffen wat een fijn-getuned mechanisme het lichaam is. En hoe het toegang geeft tot de geest. Een beetje tijd en aandacht in mijn drukke bestaan en ik krijg er onmetelijk veel voor terug.
Het lijkt wel alsof, wanneer ik het allemaal laat voor wat het is, ik ongemerkt eventjes in mijn persoonlijk tempo beland. Niets nieuws voor ons hier.

Lene Gravesen

Geen opmerkingen:

Een reactie posten