maandag 18 februari 2013

Wintertijd


Buiten zie je door de vrieskou dat alles zoveel duidelijker zichtbaar is, alle vormen in hun details. Het licht draagt er ook toe bij, dat helle, schelle licht. Het lijken dode vormen, het leven heeft zich teruggetrokken, samengetrokken, is niet zichtbaar.
Op de markt bij de groentekraam zie je dat ook: in de loop van de dag komt er een glasachtige laag vrieskou over de kolen te liggen; bij de sla zie je iets anders, daar wordt het blad slap en kleiner, gekrompen. Een klant zei: 'Alles ziet er zo doods uit.'
In het hospice ligt een man op sterven. Hij is mager, zo mager. Zijn botten steken duidelijk zichtbaar door zijn huid heen en de kleur is uit zijn huid weg, hij ziet heel bleek. Hij lijkt al dood, zijn ademhaling valt regelmatig weg en is oppervlakkig. Nauwelijks nog zichtbaar leven.
Het opmerken van wat er in en om mij heen gebeurt, er niet aan sleutelen, me losmaken van alle identificaties, ervaar ik als een soort sterven; welk leven verdwijnt hier?
Uit de natuur weten we dat het leven wel degelijk nog aanwezig is: in de aarde liggen de zaden waaruit in het voorjaar, bij voldoende licht en warmte, nieuw leven ontspruit. De knoppen aan de takken van de bomen zullen openspringen en vrucht dragen.
De bevroren groente is als het ware geconserveerd, zal bij voorzichtig (op)warmen weer eetbaar zijn, de voedingsstoffen nog aanwezig.
De stervende lijkt de overgang nog niet te kunnen maken, iedereen wacht maar, er is geen zichtbare verandering. Zit hij vast in zijn vorm/zijn lichaam? Wat maakt dat hij niet kan sterven? Wat is daarvoor nodig? Waar is zijn/het leven nu, en waar gaat het naartoe? Kunnen wij iets weten van deze overgang of blijft het een mysterie?
De slaap wordt wel de kleine broeder van de dood genoemd. Ik ervaar dat als ik vasthoud aan de vorm (het gewordene), aan gedachten en gevoelens, ik de slaap niet kan vatten. In plaats van leven ervaar ik starheid, doodsheid, een vastzitten. Als ik vastzit in de vorm kan ik de overgang moeilijk maken.
Wat kan helpen de overgang te maken? het laten gebeuren? meebewegen 'tot aan het sterven toe' en erdoorheen?
Vroeger bij mijn vader thuis hielden ze een 'schemeruurtje': de overgang van licht naar donker werd bewust ervaren/gezocht: de lampen werden pas ontstoken als het donker was, tot die tijd zaten ze aan tafel en deden niets.

Anne

(inleidende woorden bijeenkomst ‘Tao-zen oefenen’, zaterdag 10 januari 2009)