zaterdag 3 maart 2012

Over agressie


Naar aanleiding van de bijeenkomst van ’Tao-zen Oefenen’ van 3 maart 2012

Na de inleiding van Piet Wever afgelopen zaterdag tijdens onze meditatiebijeenkomst, werd er ook over agressie gesproken. Iemand probeerde zich te herinneren wat Maarten daar ooit over gezegd had.

Het is bijna 40 jaar geleden dat een van mijn collega's op de Academie (Maarten zat daar toen in het nieuwe bestuur) zich hardop afvroeg “wat die man met zijn agressie deed”. Aangezien ik Maarten amper kende kon ik hem geen antwoord geven. Later was een korte mededeling voldoende voor mij om lang over na te denken.

Wij woonden inmiddels samen en hij zei op een keer dat hij vond dat alle agressie bij hem moest eindigen. Dat leek mij een onmogelijke opgave, en misschien ook niet erg gezond. Maar ik herinnerde me wat hij verteld had over het jappenkamp, die keer dat hij met twee oudere mannen “op zijn bek geslagen was” voor iets wat hij niet gedaan had. Die anderen waren het eerst aan de beurt en zij schreeuwden het uit. Voor de mepper was dit verachtelijk. Schreeuwen was om jezelf aan te vuren. Maarten, als laatste, had tijd om te zien wat er gebeurde. De onvermijdelijkheid ervan, het onpersoonlijke, de mepper door de kadaverdiscipline tot instrument vervormd. Hij zette zijn kiezen op elkaar en werd bewusteloos geslagen.

Hanna Mobach

vrijdag 2 maart 2012

Waterland




Mist veegt in flarden langs het pad
het zicht niet meer dan honderd meter,
de sloot verdwijnt
alsof de wereld ophoudt te bestaan.

De zon schetst vaag wat witte lijnen
een dak – een stal, een huis misschien,
een hond blaft, dichtbij maar toch ongezien
en ook de auto’s zijn alleen nog maar te horen.

De tijd lijkt stil te staan en alle menselijk
gedruis ver weg.

Ook ik sta stil en wil niet meer dan dit –
een kleine plek om te verwijlen.



Klaaske Fokkens


donderdag 1 maart 2012

Tao-zen Home - het ontstaan van een website

Nu de grote worsteling voorbij is en de bits en bites zich harmonisch op het web te rusten hebben gelegd, klaar om bij de eerste aanraking hun dans te beginnen, komt weer die behoefte boven er even bij stil te staan.

Het was telkens om vier uur in de ochtend, elke dag, dat een bevangenheid zich van mij meester maakte en dat ik aan ’t werk moest. Vaak met al invallende gedachtes en beelden bij het wakker worden. Krankzinnig wellicht. Maar gelukkig had ik Maarten horen vertellen van kloosters waar ze om half vier in de ochtend begonnen met de eerste zitronde. Dat gaf me meer vertrouwen in m’n eigen biologische klok, in een oerritme, wars van alle conventies. Mijn eigen meditatie…
Vreemd eigenlijk dat je een medestander nodig hebt om je vertrouwen in alleen zijn te versterken.

Dan zat ik daar weer op m’n vertrouwde plek achter de computer. Hoewel ik vaak ook even de luxaflex opendraaide en me, ingeplugd, een moment overgaf aan m’n shakeoefening, om maar vooral het contact met het oer in m’n lijf niet te verliezen. De ramen nog verduisterd van de flat tegenover, en in afwachting van de bouwlichten in de verte, die om zes uur zullen aanfloepen.