maandag 9 april 2012

Ruis

Het is nooit stil in mijn hoofd, zelfs als het stil is.

Ik heb tinnitus aan mijn linkeroor, al minstens twintig jaar. Als ik bezig ben met alledaagse dingen merk ik meestal niets van de hoge toon in de linkerhelft van mijn hoofd, een toon die klinkt als een kruising tussen de nullijn op een control panel waarop het geluid per ongeluk aanstaat en de deksel van de thermoskan, die niet goed of juist te strak aangedraaid is.
Als ik zit te lezen of schrijven merk ik het altijd op, voor het slapengaan kan het mij heel lang wakker houden en natuurlijk dient het zich vooral krachtig aan bij het zen-zitten. Hoe dan ook, ik moet er altijd voor buigen, er doorheen. Ik betreur deze toestand vaak en ben er mee naar de dokter geweest, die mij allerlei websites aanbeval, waarop je kunt oefenen en ermee leren leven. Ik heb er nooit naar gekeken.

Mijn tinnitus brengt mij keer op keer tot de realisatie dat alles flux en trilling is en wat zich afspeelt in de tijd en ruimte één grote beweging van geboorte en dood.

Soms word ik er gek van en wil dat het ophoudt. Er valt echter niets te willen. Bij het zitten registreer ik dat de toon er oorverdovend aanwezig is. Soms kom ik nauwelijks verder in deze voor mij beschikbare versie van de stilte en soms lukt het mij wel om in acceptatie rustig te zitten en mijn aandacht te richten op wat er op dat moment dobbert op de golven van mijn bewustzijn.

Misschien is de toon in mijn hoofd gewoon de radiofrequentie waarop ik mijn leven ontvang  - jammer genoeg een beetje fout getuned - en wordt het pas echt interessant om te beleven wat het volgende kanaal van ontvangst zal zijn.

Lene Gravesen