Maarten Houtman was Zen-Meester en
nestor van de Nederlandse zenleraren. In 1956 ontmoette hij de Duitse zenleraar
Karlfried Dürckheim. Maarten Houtman gold als de
bezielende leider van de Nederlandse zenleraren. Hij
is overleden op 92-jarige leeftijd.
"Tod wo ist dein Stachel"
(Mattheuspassion van Bach)
(Mattheuspassion van Bach)
Op 5 januari 2011 gleed mijn vader
op een hele lange uitademing in de wereld waar hij 92 jaar geleden vandaan
gekomen was. Hij gleed terug in het oude verhaal, zoals hij dat noemde. De
onnoemelijke wereld, waarin en waaruit alles ontstaat en vergaat en weer
opnieuw ontstaat.
Zijn vrouw, die met haar hand in de zijne zat,
ademde met hem mee. De oefening van een halve eeuw ademmeditatie had zijn adem
zo diep en langzaam gemaakt, dat niemand, ook zij niet, zijn langzame diepe
adem kon volgen.
Ze wachtte tot de volgende diepe adem zou komen.
Opeens werd het duidelijk dat de volgende ademtocht niet meer zou komen. Stilte, verbazing, samenzijn in een tijdloze overgang. Ikzelf zat op dat moment het fascinerende spel van de golven op Gomera in me op te drinken, een eiland bij Spanje. Mijn gedachten zo vaak bij hem.
Ze wachtte tot de volgende diepe adem zou komen.
Opeens werd het duidelijk dat de volgende ademtocht niet meer zou komen. Stilte, verbazing, samenzijn in een tijdloze overgang. Ikzelf zat op dat moment het fascinerende spel van de golven op Gomera in me op te drinken, een eiland bij Spanje. Mijn gedachten zo vaak bij hem.
Ik wist dat het ieder moment of ook ergens in de toekomst kon gebeuren. Alles was gezegd tussen ons. Oude wonden geheeld.
Hij had me gezegend met die ene zin: "Jij
gaat naar Gomera he? Geniet!" En zijn donkere priemscherpe olijke ogen
keken mij schalks aan.
Later maakten een paar tranen in onze beider
ogen bij het afscheid duidelijk, dat het wel eens het laatste afscheid zou
kunnen zijn. Een grote golf van liefde, ontroering en dankbaarheid overspoelde
ons.
Die avond in Gomera, op straat in de
telefooncabine: "Nel, je vader is vanmiddag overgegaan". Stilte en
dan dat grote gevoel, die golf, die geen naam draagt of misschien wel alle
namen. Dan het vertellen, het vragen, het proberen in kaart te brengen van dat
wat niet te vatten is. Op de terugweg naar onze casa
valt een witte bloesem voor mijn voeten. Ik neem hem mee in mijn gevouwen
handen, denkend aan het ritueel in Plum Village met
de rode en de witte roos. Nu heb ik geen rode roos meer. Nu zijn het twee witte
rozen geworden.
Terug in de casa
ziet Nishi, mijn vrouw, de witte bloesem en weet
wat er gebeurd is. Zwijgend neemt ze me in haar armen en ik mag huilen. Huilen
om iets zo groots, zo onbeschrijfelijk schrijnend en mooi tegelijk. Weer die
golf die alle namen draagt.
Twee dagen later zie ik hem. Zo aanwezig nog.
En ik verwacht bijna een oogopslag, een verraste blik, een grapje. Hij is er en
hij is er niet. Heel langzaam, tijdens de week dat ik hem dagelijks zie, glijdt
hij verder en verder weg. Mijn broer beleeft het anders, voelt hem al ver weg.
Hoe verschillend onze ogen zien. Kunnen we alleen dat zien, wat onze innerlijke
beelden weerkaatst? Waar is onze vader nu???
In de laatste maanden masseerde ik vaak zijn
voeten. Hij genoot ervan en maakte me soms een compliment. Ik gaf hem het
compliment terug: "Het zijn jouw handen, Pap, zo aanraken, dat heb ik van
jou geleerd." Verbaasde blik… De zachte handen van mijn vader hadden een
diepe indruk in mijn huid achtergelaten. Met deze handen, waarmee ik als lichaamstherapeut
veel mensen aan hun ware thuis kon herinneren en waarmee ik mijn brood
verdiende, gaf ik mijn vader iets terug, wat ook hij uit de geborgen hand van
zijn vader ontvangen had.
Waar is mijn vader nu? In mijn handen nog
steeds, in mijn stem, in mijn langzaamheid, in mijn poëtische toegang tot het
onnoemelijke. Ik kijk naar mijn broer en zie mijn vaders gezicht en ogen en nog
meer zijn grootvaders gezicht in hem. Ik zie mijn vader in zijn teruggetrokken
levenswijze, in zijn zachtmoedige aard.
Ik kijk naar mijn vaders vrouw, die in haar subtiele, gracieuze, weidse kunst dezelfde wereld aanraakt als de wereld die in de boeken van mijn vader huist.
Ik kijk naar zijn leerlingen bij de begrafenis en vind mijn vader in hun verhalen, hun levenswijsheid en toewijding.
Ik kijk naar mijn vaders vrouw, die in haar subtiele, gracieuze, weidse kunst dezelfde wereld aanraakt als de wereld die in de boeken van mijn vader huist.
Ik kijk naar zijn leerlingen bij de begrafenis en vind mijn vader in hun verhalen, hun levenswijsheid en toewijding.
Waar is mijn vader niet? - Misschien is deze
vraag juister. Het was niet altijd zo. Als kind heb ik hem zo diep ontbeerd. Zo
afwezig als hij was, opgeslokt in zijn werk en meditatie. Ik kreeg niet wat ik
verwachtte, waar mijn kinderhart naar verlangde. In plaats daarvan kreeg ik
veel meer, toen ik het eindelijk kon waarnemen. Ik kreeg de wereld van de
stilte, van ongebroken aandacht voor het onnoemelijke, het oude verhaal, zoals
hij het noemde. Het grote oude verhaal, waarin wij allemaal opgenomen zijn en
dat steeds opnieuw verteld wordt. En verteld wil worden.
Dood, waar is je stekel?
Nel Houtman
True Marvellous Shining
Sangha des Herzens, Zürich, Zwitserland.
Uit: 'De klankschaal', jrg.17, nr.36, 2011, het zomernummer. Stichting 'Leven in aandacht'.
True Marvellous Shining
Sangha des Herzens, Zürich, Zwitserland.
Uit: 'De klankschaal', jrg.17, nr.36, 2011, het zomernummer. Stichting 'Leven in aandacht'.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten