vrijdag 4 mei 2012

Het individuele probleem is het wereldprobleem

(voorpublicatie uit het boek ‘Verlicht en Verlost’ door Hein Stufkens en Annemiek Schrijver, dat in juni 2012 verschijnt bij uitgeverij Ten Have)


Om mij heen zag ik na de gesmoorde revolutie van de zestiger jaren een tweedeling ontstaan: de ene groep oud-strijders van mei ’68 begon aan ‘de lange mars door de instellingen’ om te proberen van binnenuit alsnog de samenleving te veranderen, de andere groep keerde zich van de samenleving af en geloofde alleen nog maar in het gaan van de weg naar binnen. En als geboren weegschaal kon ik maar niet kiezen. Daarover schreef ik in 1976 een artikeltje in het inmiddels verdwenen tijdschrift Sfinx. 
Voor de reactie die daarop kwam van de zenleraar Maarten Houtman, ben ik hem tot op de dag van vandaag dankbaar. Hoewel hij zelf als volgt als eerste zijn dank betuigde: ‘Ik ben Hein Stufkens hoogst dankbaar voor zijn juiste en kritische beschrijving van het verschijnsel van de twee kampen zoals die zich aan ons voordoen, omdat het mij de gelegenheid geeft de gemeenschappelijke wortel te ontdekken en er hier in het kort iets over te zeggen.’
De kern van zijn artikel is te vinden in deze passage : 
‘Echte meditatie drukt de mens met de neus op de daagse werkelijkheid. Zo streng zelfs, dat de gedachte aan veranderingen in de toekomst niet toegelaten wordt. Wij gaan onszelf beleven als actieve medespelers in het grote geheel van het maatschappelijke- en wereldgebeuren. We gaan echter ook ontdekken dat geweld, agressie, wantrouwen, leugen en manipulatie ook vertakkingen in onszelf hebben. En dit nu maakt de studie van zo’n indringend karakter. Wij zien dan vanzelf de groteske dwaasheid van het zaken buiten ons bestrijden die in ons nog niet geklaard zijn. Anderzijds zijn de misstanden buiten ons te duidelijk om ons niet te doen beseffen dat we op de vlucht zijn, wanneer we alleen maar aan onszelf zouden werken.’

En hij schetste in een paar woorden dit voor mij nieuwe perspectief: 
‘In ieder mens die de grote oefening doet verenigt zich op den duur de wereld. In ieder mens die buitenom tracht te gaan, blijft de wereld gescheiden.’ 
Krishnamurti, één van de grote bronnen van inspiratie voor Maarten Houtman, zei eens: ‘Het individuele probleem is het wereldprobleem.’ Dat lijkt een vreemde uitspraak, maar ik ben meer en meer gaan zien dat ze letterlijk waar is. De moeilijkheid is alleen om ze als waar te erváren. 
Van Maarten mocht ik leren dat de schijnproblemen, waar we ons vaak zo druk over maken, verdwijnen naarmate we meer geconcentreerd en oplettend leven. De werkelijke problemen komen dan in beeld. Zodra we zien dat die problemen ons eigen probleem zijn, is de schijnafstand tussen onszelf en de wereld weg. 
Wat er gebeurt als we het werkelijke probleem buiten onszelf blijven projecteren, dat wordt op de dag waarop ik dit schrijf geïllustreerd door het verschrikkelijke nieuws over een idioot die in Oslo zo’n zeventig jonge mensen dood schiet op een eilandje, omdat hij als rechts-radicale christenfundamentalist de samenleving wil verbeteren. Ik ken de man niet, maar één ding is zeker: hij heeft met ‘groteske dwaasheid’ zaken buiten zich willen bestrijden die in hemzelf ‘nog niet geklaard zijn’…..

Zo begon ik dus aan zen, als leerling van die Maarten Houtman, die zelf sinds 1956 weer een leerling was van Karlfried Graf von Dürckheim, een van die grote meesters die het zenboeddhisme in de twintigste eeuw naar het Westen brachten. 

En er ging een wereld voor me open. Zwetend op mijn bankje kwam ik mijn eigen spoken tegen, werden de windmills van mijn mind betrapt op en ontslagen van hun neiging overuren te maken, en kreeg ik via Boeddha nieuwe inzichten over wat Jezus misschien bedoeld heeft. 
Vele jaren volgde ik zijn lessen: maandelijks een dag, weekenden, weken. Tot ik er aarzelend zelf mee begon om iets van wat ik bij hem geleerd had door te geven. En dat doe ik tot op de dag van vandaag, nu boeddhisme en zen zoveel normaler zijn geworden, en velen zich door grote meditatieleraren uit Oost en West laten inspireren en onderwijzen.
Hoewel ik de laatste decennia niet meer in de gelegenheid was zijn lessen te volgen, bleef  Maarten tot aan zijn dood mijn leraar. Op 5 januari 2011 stierf hij, 92 jaar oud.
Een paar weken daarvoor ging ik hem bezoeken in het Leendert Meeshuis in Bilthoven waar hij lag, met pijn in heel zijn lijf. Het was die decembermaand van 2010 die gekenmerkt werd door vroege winter en veel sneeuw.
Ik trof Maarten aan in een bed achter een kamerscherm, voor een raam met uitzicht op besneeuwde struiken en bomen waarin vogeltjes met een bol verenpak probeerden te overleven. Alleen zijn gezicht, dat nog kleiner leek door de grijze wollen muts die hij droeg tegen de kou, kwam boven de dekens uit. Zijn grote bruine ogen stonden helder als altijd. Hij zag er ‘Indischer’ uit dan ik hem ooit gezien had. 

‘Hoe is het me je?’

‘Niet goed. Het is dus zo dat ik ga sterven. En nu hopen we dat ’t niet te lang gaat duren.’
‘Heb je veel pijn?
‘Ja, maar in dit huis houden ze niet van morfine. En het is ook beter zo.’
‘Je zei altijd: “Oefen nu het nog vrijwillig kan.” ’(…brede glimlach)
‘Toen Krishnamurti gestorven was zei je tegen ons, jouw leerlingen: “Er rust nu een nog grotere verantwoordelijkheid op onze schouders.” Nu je sterft voel ik opnieuw dat de wij, je leerlingen, des te meer verantwoordelijk zijn, des te meer toegewijd moeten zijn aan de weg en het doorgeven daarvan.
Je hebt ons goed toegerust. Ik ben gekomen om je te bedanken voor al je lessen, de gesprekken, je boeken. Ze hebben mijn leven veranderd.’
(Weer die brede glimlach…) ‘Ik ben gauw moe.’
Ik leg mijn hand op zijn voorhoofd met dat mutsje en zeg: ‘Laten we samen stil zijn.’
Zo mediteren we voor het laatst samen, tot zijn vrouw Hanna binnenkomt en ik afscheid neem.

Maartens laatste les aan mij: zie je sterven onder ogen, zo helder mogelijk.

Misschien was het ook wel zijn eerste en in ieder geval altijd zijn belangrijkste les. 
Het is ook de basis van het boeddhisme: alles gaat voorbij, we leven in een wereld van vergankelijkheid. Als je dat onder ogen durft te zien, als je ophoudt je vast te klampen aan wat dan ook, dan ben je vrij.


Hein Stufkens

Geen opmerkingen:

Een reactie posten