dinsdag 10 februari 2015

Denkend aan Maarten

Ik zal het nooit vergeten, die eerste zaterdag van februari 2011. Maarten was op 5 januari overleden, dat wist ik wel, maar ik was niet bij de uitvaart aanwezig geweest. Ik zat al jaren bij Maarten maar was als “laatkomer” binnengekomen, zat niet bij de inner circle van mensen die hem al dertig jaar persoonlijk kenden en van alles met hem samen hadden doorgemaakt. Hoewel ik een paar gesprekken met Maarten had gehad, had ik niet het gevoel dat wij elkaar echt kenden. Ik beschouwde hem als mijn leraar, dat zeker, en had als zodanig natuurlijk wel kunnen gaan.

Hoe dan ook, ik ging op die betreffende zaterdagochtend in februari hiernaartoe in de zekere veronderstelling dat die ochtend gewijd zou worden aan herinneringen aan Maarten, dat er uitgebreid stil gestaan zou worden bij zijn overlijden.
Ik had het fout. Rien deed de mededeling dat Maarten overleden was, een paar mensen wisten het niet en schrokken van het bericht, en daarna gingen we zoals gebruikelijk zitten. Dat was het? Ik kon het niet geloven. Mijn hoofd explodeerde. Eerst in een soort van innerlijke woedeaanval. Wat een armoe, dacht ik. Zijn wij met z’n allen werkelijk niet in staat om hier iets moois, iets plechtigs van te maken? Waarom zegt niemand wat? Niet dat Rien dat had hoeven doen hoor, we runnen tenslotte met z’n allen deze club en iedereen had een paar woorden kunnen zeggen als de innerlijke noodzaak of behoefte er was geweest. Ikzelf bijvoorbeeld. Maar ook ik hield mijn mond en zat in stilte te koken. Na een tijdje dacht ik: dan maar zelf iets doen, dan maar op z’n Tibetaans. Bij de Tibetanen aan de Brouwersgracht was ik jarenlang vreemdgegaan en nu ging ik datgene toepassen, wat ik eigenlijk nooit goed had gevonden, laat staan gekund, namelijk de kleurrijke visualisatie-techniek.

In gedachte plaatste ik Maarten op een stoel en zag hem daar zitten, zoals ik hem in het echt zo vaak had meegemaakt, met ons, zijn leerlingen op respectvolle afstand in een kring om hem heen. Snel wisselde ik de stoel in voor een witte lotus, het symbool van een geëvolueerde geest, en stelde mij voor dat er licht uit zijn gestalte straalde; ik gaf hem vele armen waarmee hij naar ons reikte, in boddhicitta modus ons allemaal de weg naar dieper bewustzijn wijzend, zoals hij dat altijd via zijn gesprekken en boeken had gedaan. Ik kwam tot rust en ontdekte dat het goed werkte, dat het een kans bood om deze twee keer een half uur in te zetten om, op mijn manier, afscheid van Maarten te nemen.
Op dit moment zit iedereen zoiets te doen, dacht ik, onmogelijk om het vandaag bij je houding en ademhaling te houden, onmogelijk om niet aan Maarten te denken, en dat doen we dan ook allemaal op onze eigen manier. Wat een cadeau, om nu de tijd hiervoor te krijgen en te nemen.

Ik kwam er als een lammetje uit, juist heel dankbaar dat er geen gesprek was geweest, geen inleiding of praatje over Maarten, en ik werd opnieuw herinnerd aan het feit dat je beter niet met verwachtingen en agenda’s kunt aankomen.

Maarten blijft mij inspireren. Ik ben dankbaar voor het feit dat er mensen zijn, die zijn woorden en geschriften levend houden door de Tao-zen website te onderhouden (Hein Zeillemaker en Klaaske Fokkens), met iedere keer weer een Toespraak van de Maand, naast de talloze sessies, geluidsopnames, YouTube-filmpjes, oefenmateriaal, interviews en archiefmateriaal die je daar kunt vinden. Elke keer weer dat ik iets van Maarten lees of beluister, staat hij en zijn gedachtegoed springlevend in mijn bestaan en herinnert hij mij er aan, dat ik ‘een voorlopige uiting ben, van iets wat ik nooit kan bevatten.’
En dat is goed genoeg voor mij.

Lene Gravesen

(inleidende woorden bijeenkomst ‘Tao-zen oefenen’, zaterdag 7 februari 2015)


Geen opmerkingen:

Een reactie posten